top of page
Himalaya

6

Rozenkruis en Gnosis

Nieuw denken

Reeds sedert onafzienbare tijden is er bij mensen geen sprake meer van zuivere rede. Ons denken is zeerhypothetisch en speculatief geworden.

 

Het menselijk denken is van de goddelijke wijsheid verbroken, de wil en het begeren zijn daardoor in hoge matespeculatief. Zodra de mens de binding met de goddelijke rede, die eerstehands en direct met het denkvermogen tot stand kwam, verloor, was hij overgeleverd aan het experimentele leven. Hij ging niet meer ‘aan de hand Gods’, maar was op avontuur en verloor de binding met de Logos.

(J. van Rijckenborgh, Het christelijke inwijdingsmysterie - Dei Gloria Intacta, 3e dr., hfst. II-4, blz. 48/49)

 

Door het verlies van de binding met de goddelijke natuur, richtte ons denken zich op zelfhandhaving en zelfbehoud, dit eventueel ten koste van anderen. Door deze gerichtheid op het zelf, ontstaan er veel misverstanden, spanningenen conflicten.

 

We denken aan de hand van dat wat zich aan ons voordoet, op basis van zintuiglijke waarneming. Er wordt wel gezegd: de werkelijkheid hangt af van de waarnemer. We kunnen dit zien als een 
beperking, want wij zijn immers zelf in alles de waarnemer.

Welke spiegel gebruiken we 

Alles wat wij waarnemen is gekleurd door onszelf en afhankelijk van ons bewustzijn. En tegelijkertijd is dit waarnemen ook een enorme hulp op onze weg. Want wat wij zien in anderen bijvoorbeeld, is een weerspiegelingvan dat wat in onszelf is. Want de waarnemer stuurt zijn waarneming. De vraag is nu: welke spiegel gebruiken we?De uiterlijk gerichte of de naar het innerlijke geopende?

Wanneer wij het goddelijke zien in anderen, dan zien wij ook het goddelijke in onszelf weerspiegeld. Wanneer wij hetgoddelijke zien in de natuur, in ons levensveld, in het universum, in de schepping, dan zien wij ook de weerspiegelingvan het goddelijke in onszelf. Ons bewustzijn bepaalt in zekere mate hoe we onze omgeving, onze werkelijkheid, zien!

 

Gewoonlijk echter, cirkelen gedachten soms eindeloos om ons heen, blijven hangen en houden ons bezig. Een rusteloos, voortdurend aantrekken en afstoten is het en daardoor juist een bron van verwarring. Gedachten, gevoelens en verlangens beïnvloeden elkaar in een voortdurend, bijna automatisch proces. Daarom is het ook moeilijk er vat op te krijgen.

 

Een scheppend vermogen

Wie innerlijk stil wil worden, loopt altijd tegen zijn denken aan, omdat deze onophoudelijke gedachtestroom niet eenvoudig te stoppen is. Onze hersenen reageren op prikkels en zetten ons vervolgens aan tot actie.

 

Tegelijkertijd is ons denken ook een bijzonder vermogen, omdat het ons tot een scheppend wezen maakt. Als we bijvoorbeeld gedachten formuleren en deze uitspreken of opschrijven.

 

Ook voor innerlijke ontwikkeling is het denkvermogen belangrijk, met name een op het andere gericht denken. We noemen de zo opgedane inzichten wel kennis van het hart, kennis die ons een nieuw onderscheidingsvermogen geeft. 

 

Zo begint het proces van herstel van de binding van de ziel met de oorspronkelijke geest. 

Wil een ziel werkelijk leven, dan heeft zij een veld nodig waar zij in ademen kan, waardoor zij bewustzijn kan verkrijgen. Zoals een mens over gevoel, intelligentie en gedrag beschikt, zo  heeft een ziel ook deze drievoudige uitdrukkingsvorm nodig.

 

Geest en ziel

De geest is het nu, die uitgaat tot de ziel, die afdaalt in de tijdelijke, aardse wereld om zich aan de ziel openbaar te maken. Dit is de universele christuskracht, de alles omvattende goddelijke liefdekracht, die zoekt wat verloren is. Door de aanraking van het licht ervaren wij in onszelf een totaal andere en nieuwe manier van denken, van nieuw inzicht, begrip en weten, van wijsheid.

 

Deze wijsheid die het wezen vervult en het nieuwe vermogens verschaft, is waar we naar streven. De kennis van hethart, dit nieuwe weten, geeft steeds meer - bezield en geïnspireerd - richting aan ons leven.

 

Als we onze levenssfeer reinigen en ruimte maken voor de geest, zal de nieuwe ziel groeien. De persoonlijkheid zal naar de achtergrond treden en zal bewust minder worden. Men noemt dit proces van minder worden ook wel het dagelijks sterven of het endura. In de Bijbel wordt het als volgt gezegd: Hij (de ander in mij) moet wassen en ik moet minder worden.

 

Licht en duisternis hebben tegengestelde eigenschappen en werkingen. Het licht keert zich namelijk naar buiten en ontvouwt daardoor de dingen, opent ze en stelt ze in het zicht. De duisternis daarentegen keert zichzelf naar binnen, wikkelt de dingen in, sluit ze af en verbergt ze. Daardoor komt van het licht de kennis van de dingen en van de duisternis de onwetendheid van de dingen.

 

Wij zijn het licht niet, zoals Johannes zei, maar het licht is wel in ons. Wij bedekken het licht wanneer wij het niet kennen. Maar wanneer wij het kennen, dan getuigen wij van dit licht. De ziel is als het licht, altijd open en naar buiten gericht.

bottom of page